De rechtbank in Breda heeft tbs met voorwaarden opgelegd aan de 66-jarige J. V. . uit Rijen. V. schreef in 2022 een brief waarin hij minister Yeşilgöz bedreigde. Omdat hij tijdens de bedreiging een ernstige psychische stoornis had, wordt aan hem geen straf opgelegd maar een tbs-maatregel.
De reclassering is was stellig in haar conclusie dat zij het nakomen van voorwaarden voor V. niet haalbaar acht. Het mislukken daarvan zal met name voor V. zelf negatieve gevolgen hebben, aldus de reclassering, omdat V. gebaat is bij duidelijkheid en dat hij die bij een tbs met voorwaarden te weinig zal krijgen, hetgeen zal leiden tot voortdurende strijd en onbegrip.
De officier van justitie, mr. P. Emmen, vorderde TBS met verpleging , waarbij de duur gelet op het strafbare feit gemaximeerd is tot een periode van maximaal vier jaar.
De advocaat van V. mr. Ivo Cools bepleitte dat een tbs-maatregel als ultimum remedium moet worden gezien en dat tbs gezien de aard van de verdenking, de leeftijd en de medische klachten van zijn cliënt niet proportioneel is. De minder vergaande optie van de zorgmachtiging zou meer passend zijn geweest. Primair verzocht de raadsman geen maatregel aan V. op te leggen en subsidiair de maatregel tbs met voorwaarden.
Omdat V. is ontslagen van alle rechtsvervolging kan hij geen straf krijgen, maar kan de rechtbank hem wel een maatregel opleggen. De rechtbank houdt er daarbij rekening mee dat hij eerder personen met een publieke taak heeft bedreigd en belaagd. Vanwege het herhalingsgevaar vindt de rechtbank een tbs-maatregel met voorwaarden noodzakelijk om de maatschappij tegen V. te beschermen. Die voorwaarden houden onder andere in dat V. mee moet werken aan reclasseringstoezicht en dat hij zich moet laten opnemen in een kliniek.