65-jarige inwoner Den Helder krijgt zes jaar cel en TBS voor doodsteken partner

De rechtbank in Alkmaar heeft de 65-jarige Ebamüslüm S. veroordeeld voor het doodsteken van zijn partner op 5 september 2020 in hun woning in Den Helder. Hij krijgt zes jaar gevangenisstraf opgelegd en tbs met dwangverpleging. Daarnaast moet hij twee kinderen van het slachtoffer ruim 77.000 euro schadevergoeding betalen.

In de bewuste nacht heeft S. zijn partner op uiterst gewelddadige wijze om het leven gebracht. S. heeft het slachtoffer tientallen keren met een scherp voorwerp in de hals, nek en romp gestoken en gesneden. Het slachtoffer moet deze aanval ten minste enige tijd bewust hebben ondergaan, want ze was ook gewond aan haar hand. Waarschijnlijk heeft zij geprobeerd het steken af te weren.

Het slachtoffer overleed nog op dezelfde dag aan haar verwondingen. Waarom S. zijn partner heeft aangevallen, is niet bekend.

De zoon van het slachtoffer liep de volgende ochtend de woonkamer in waar hij het levenloze en zwaargehavende lichaam van zijn moeder vond in een grote plas bloed. Dat bracht een hevige emotionele schok teweeg. Volgens de rechtbank is voldoende onderbouwd dat deze schok leidde tot een geestelijk letsel bij de zoon, namelijk PTSS.

De officier van justitie, mr. Kramer, eiste in haar requisitoir dat Ebamüslüm S. moet worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van voorarrest, en tot de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Bij het formuleren van deze eis heeft de officier van justitie onder meer medegedeeld dat zij de verdachte als sterk verminderd toerekeningsvatbaar beschouwt.

De advocaat van S., mr. Wendy Alberts, stelde in haar pleidooi dat de rechtbank aan haar cliënt niet de maatregel van terbeschikkingstelling kan opleggen, nu niet is voldaan aan het gevaarscriterium. Onvoldoende blijkt op grond waarvan het recidiverisico kan worden aangenomen. De gestelde verhoging van dit risico zou gelegen zijn in een eventuele relatie met zijn dochter, maar dit is niet waarschijnlijk.

Daarnaast verzocht de raadsvrouw de rechtbank om haar cliënt een celstraf op te leggen voor de duur van het voorarrest zodat hij zo snel mogelijk met de behandeling kan beginnen.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag. Het slachtoffer zal in haar laatste momenten doodsangst hebben uitgestaan. Twee van haar kinderen woonden nog thuis. Door zijn partner om het leven te brengen, heeft de verdachte deze kinderen onbeschrijflijk en onherstelbaar leed aangedaan, vindt de rechtbank. Uit hun slachtofferverklaringen die tijdens de zitting zijn voorgelezen, blijkt hun enorme verdriet.

De rechtbank heeft er bij het bepalen van de straf rekening mee gehouden dat Ebamüslüm S. sterk verminderd toerekeningsvatbaar is. Maar ook dat Ebamüslüm S. in eerste instantie geen openheid van zaken heeft gegeven over wat hij heeft gedaan na zijn vertrek uit de woning in de bewuste nacht. Over zijn doen en laten na de aanval heeft hij verklaringen afgelegd die niet stroken met de waarheid. Hij lijkt hij de politie op een dwaalspoor te hebben willen zetten.

Alles afwegend vindt de rechtbank een gevangenisstraf passend en geboden. Daarnaast legt de rechtbank tbs met dwangverpleging op. De reden daarvoor is in de eerste plaats dat bij Ebamüslüm S. sprake is van een ziekelijke geestelijke stoornis. Daar komt bij dat Ebamüslüm S. een gevaar is voor een ander als hij met die ander een hechte relatie aangaat. De rechtbank ziet daarom gevaar voor recidive ten aanzien van zijn dochter, maar ook voor mogelijke andere personen. 

Schadevergoeding

Verder moet Ebamüslüm S. aan hun gezamenlijke dochter een schadevergoeding betalen van 37.075 euro, waarvan 20.000 euro voor immateriële schade is en het resterende bedrag voor de opgelopen studievertraging. Aan een zoon van het slachtoffer moet hij een schadevergoeding van 40.000 euro betalen, waarvan 20.000 euro voor immateriële schade is en 20.000 euro voor shockschade.

Loading